Post van Oost naar West
Vanzelfsprekend was er ook gelegenheid om post vanuit Nederlands Oost-Indië, via Amsterdam naar Nederlands West-Indië te verzenden. De Oost-Indische post die bestemd was voor de West, werd voorzien van een speciaal ruitvormig stempel, waarin de speciale gelegenheid was aangegeven. Deze stempels werden gebruikt in Semarang, Soerabaja, Bandoeng, Batavia, Palembang en Medan. Zoals in die tijd wel vaker gebeurde werd er een stempel gemaakt, dat slechts voor één vlucht werd gebruikt. Bij aankomst in Nederland werd er het speciale rode Snip stempel op geplaatst.
Dit was ook het geval bij de speciale genummerde enveloppen, die door de Stichting Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose in Nederlands-Indië (SCVT) voor deze vlucht ter beschikking werden gesteld. Alle post uit Oost-Indië zou op 5 december 1934 met de PH-AIQ de Kwartel uit Batavia vertrekken. Dat stond ook afgedrukt op de SCVT enveloppen. Echter door ziekte van de gezagvoerder Hulsebos werd niet de Kwartel, maar de PH-AIP, de Pelikaan voor deze aanbrengvlucht ingezet. De Pelikaan arriveerde op 13 december 1934 met de post in Amsterdam. Ruim op tijd voor het vertrek van de Snip.
Alle post, die retour afzender moest worden gezonden, werd op kosten van de KLM met "gewone" middelen van vervoer terug gezonden. Dat betekende over het algemeen: vervoer per schip.