De speciale SCVT enveloppen
De reizen van de SCVT enveloppen
Tijdens de regeringsperiode van Koningin Emma stond de bestrijding van tuberculose hoog op de agenda. Dat kwam zeker niet in de laatste plaats omdat Emma haar zusje Sophie aan deze ziekte verloren had. De naam van Koningin Emma is altijd met de tuberculosebestrijding verbonden gebleven. Denk maar eens aan het begrip Emmabloem collecte. Deze ziekte maakte vooral in Nederlands Indië veel slachtoffers. Vandaar ook, dat er in Nederlands Indië een zeer actieve organisatie, genaamd de Stichting Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose in Nederlandsch Indië (SCVT), aanwezig was.
Toen bekend werd, dat er een wedstrijd vlucht tussen London en Australië zou gaan plaatsvinden en dat daar Nederlandse vliegtuigen aan zouden deelnemen, vatte de SCVT het idee op, om via die vlucht geld bijeen te krijgen voor de bestrijding van tuberculose in Nederlands Indië.
De eerste reis van Batavia naar Amsterdam.
Met volle medewerking van de KLM werden 2500 speciale enveloppen gemaakt, die op 3 oktober 1934 van Batavia naar Amsterdam werden gevlogen. Alle enveloppen waren voorzien van een uniek nummer en het was de bedoeling, dat deze enveloppen na de wedstrijdvlucht zouden worden verkocht, waarbij de opbrengst ten goede kwam aan de tuberculosebestrijding. Met redelijke zekerheid is deze eerste reis gebeurd met vlucht 200 met de PH-AIJ IJsvogel, die op 3 oktober 1934 uit Nederlands Indië vertrok en op 11 oktober 1934 in Amsterdam aankwam. Toen de enveloppen later naar de kopers werden verzonden, werd daarbij een zogenaamde omslag enveloppe gebruikt. Op deze omslag enveloppe stond gedrukt, dat de originele enveloppe niet op 3 oktober 1934 maar op 5 oktober 1934 was verzonden en dat hij op 15 oktober 1934 in Amsterdam was aangekomen. Er is echter geen vlucht of extra vlucht bekend, die op 5 oktober vertrok en op 15 oktober aankwam. Vast staat, dat het vertrekstempel in Batavia de datum 2 of 3 oktober 1934 aangaf en dat het volgende vertrekstempel, voor de reist van Amsterdam naar London, 15 oktober 1934 aangaf. Aangenomen wordt dan ook, dat de tekst op de omslag enveloppe op een misverstand berust.
De verzendomslag, met daarop de twijfelachtige reisdata
De tweede reis van Amsterdam naar London.
Alle post, die door de Uiver zou worden mee vervoerd naar Melbourne, werd op 19 oktober 1934 door de PH-AIS de Snip van Amsterdam naar Engeland vervoerd.
De derde reis van London (vliegveld Mildenhall) naar Melbourne.
Op 20 oktober 1934 vertrokken de vliegtuigen voor de race naar Melbourne. Hieronder ook de Uiver, waarmee de SCVT enveloppen naar hun eindbestemming in Melbourne werden vervoerd. Op 24 oktober 1934 kwam de Uiver in Melbourne aan en werd de post uitgeladen. Een deel van de SCVT enveloppen kreeg een groen stempel, met de tekst “K.L.M. plane PH-AJU arrived Melbourne…”.Waarom niet alle enveloppen van dat stempel werden voorzien is niet duidelijk.
Het zee-groene prive stempel, dat op diverse SCVT brieven ontbreekt.
De vierde reis van Melbourne naar Batavia.
Deze reis werd per schip van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (inderdaad “Paket” met één k) afgelegd. De brieven kwamen op 15 november 1934 weer in Batavia aan.
De vijfde reis van Batavia naar Amsterdam.
Gezien het enorme succes, dat de Uiver tijdens de wedstrijd vlucht had behaald, zou ook de interesse voor de SCVT enveloppen groot zijn, zo dacht men bij het Hoofdcomité van de SCVT te Batavia. Om de opbrengst te verhogen zond men 50 genummerde enveloppen, die van alle stempels en zegels van de wedstrijd vlucht voorzien waren, naar de heer Plesman van de KLM. Het bijgaande verzoek aan Plesman was, om die enveloppen op de aangegeven plaats op de achterzijde te laten ondertekenen door hemzelf, Plesman dus en door de vier bemanningsleden die de wedstrijd vlucht met de Uiver hadden volbracht. Dit verzoek was gedateerd 27 november 1934.
In het aan Plesman toegezonden pakket zaten echter nog 5 genummerde SCVT enveloppen, die bestemd waren voor Plesman zelf en voor de vier bemanningsleden. Of deze 5 enveloppen op de achterzijde ook waren voorzien van de tekst, die bestemd was om daarin de handtekeningen te plaatsen, is niet bekend. Dat ze verzonden zijn staat vast, want in een afzonderlijke brief van de SCVT aan de vier bemanningsleden wordt dat bevestigd. Ook deze brieven aan de bemanningsleden waren gedateerd 27 november 1934. Het meest voor de hand liggend is, dat de brieven vervolgens met vlucht 209 met de PH-AIR de Rijstvogel naar Nederland zijn vervoerd. Dit toestel vertrok op 28 november 1934 en kwam op 6 december 1934 in Amsterdam aan. Er was toen nog voldoende tijd om de enveloppen door Plesman en de bemanningsleden van de Uiver te laten ondertekenen. Plesman heeft de ontvangst van de brieven schriftelijk bevestigd op 12 december 1934. De brieven kunnen dus niet met vlucht 211 met de PH-AIP de Pelikaan naar Nederland zijn vervoerd. Deze vlucht kwam pas op 13 december 1934 in Amsterdam aan.
Afbeelding van het schriftelijke verzoek van de Emmacollecte aan de heer Plesman van de KLM. Een soortgelijke brief werd gezonden aan de vier bemanningsleden.
De zesde reis van Amsterdam naar Batavia.
Deze reis werd gemaakt met de PH-AJU, de Uiver tijdens de beruchte Kerstvlucht. De Uiver vertrok op 19 december 1934 richting Indië. De 50 ondertekende SCVT enveloppen, waren samengebracht in een pakket en ingepakt in bruin pakpapier. Het pakket werd aangetekend verzonden, woog 675 gram en was gefrankeerd met fl.14,36. Zoals bekend, is de Uiver tijdens deze vlucht verongelukt, maar was een groot deel van de vervoerde post onbeschadigd gebleven. Zo ook, het pakket SCVT enveloppen. Volgens een aankomststempel op het pakpapier is het pakket op 28 december 1934 in Batavia aangekomen.
Een door de bemanningsleden ondertekende SCVT enveloppe. de heer Plesman had op de voorzijde van de enveloppe ondertekend.
Wat er daarna met de ondertekende SCVT enveloppen is gebeurd, is niet helemaal duidelijk. Op 17 mei 1935 wordt er bij elke ondertekende SCVT enveloppe een notariële akte gevoegd, met daarbij gewaarmerkte kopien van de briefwisseling tussen het hoofdbestuur van de Emmabloem collecte en de directeur van de KLM, de heer Plesman. Bij de akte is ook een gewaarmerkte kopie van een licht door brand aangetaste brief gevoegd, die als begeleidend schrijven bij het pakket brieven hoorde.
Er zullen in de tijd na de aankomst in Nederlands Indië ongetwijfeld exemplaren van de ondertekende SCVT brieven zijn verkocht. De niet ondertekende SCVT brieven werden in een speciale omslag naar de kopers gezonden. Over die omslag is bij de eerste reis al gesproken.
Voor de ondertekende SCVT enveloppen bleek ook een speciale omslag te zijn gemaakt. Deze omslagen zijn vermoedelijk nooit gebruikt om de enveloppen te verzenden, want ze maakten deel uit van inhoud de notariële akte. Het lijkt er zelfs op, dat ze speciaal voor die notariële akte zijn gemaakt. Er zit een extra flap aan, om ze in de akte op te kunnen nemen.
afbeelding van de verzendenvelop van de ondertekende SCVT enveloppen. Links is zichtbaar, dat er een extra "flap" aan de enveloppe zit, om het beter in te kunnen binden in de notariele akte.
Er zijn echter ook weer ondertekende enveloppen naar de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose in Den Haag gezonden. Wanneer dat is gebeurd is volkomen onbekend, maar uit de hier afgebeelde nota blijkt, dat een setje enveloppen, waaronder een ondertekende Uiverenveloppe, op 25 juli 1941 vanuit Den Haag werd verkocht aan een zekere heer Jacobs uit Zwolle. Dit zou ook meteen kunnen betekenen, dat de verkoop minder succesvol was, als werd gedacht.
Blijven nog een paar vragen over. Van de eerste reis is niet absoluut duidelijk, met welke vlucht dat is gebeurd. Waarom werden niet alle enveloppen bij aankomst in Melbourne voorzien van het groene privé stempel KLM etc.? En als laatste: wat is er uiteindelijk gebeurd met de vijf extra enveloppen, die bestemd waren voor KLM directeur Plesman en de bemanning van de Uiver tijdens de Melbourne race. Heeft iemand er ooit nog iets van vernomen ?
Afbeelding van een nota voor vier enveloppen: 2 van de Melbourne race (ondertekend en niet-ondertekend) en 2 van de Snip vlucht naar West Indie (eveneens ondertekend en niet-ondertekend). Een voordeelaanbieding.......
Vermelding in catalogi.
In de luchtvaart en luchtpost encyclopedie deel 1 van J.L.C.M. TSchroots en H.H.C. TSchroots-Boer, een alom gerespecteerd en geraadpleegd boekwerk, staat op pagina 647 een opsomming van de diverse poststukken en poststempels, die aangetroffen kunnen worden naar aanleiding van de London-Melbourne Race en de daarop volgende terugvlucht. Bij de heenvlucht, de London Melbourne Race staan de SCVT enveloppen (bijzondere enveloppen) met 4 handtekeningen en notariële akte genoemd. In feite klopt dat niet. Op dat moment waren die 50 SCVT enveloppen nog niet ondertekend. Dat is pas gebeurd, vlak voor het vertrek van de Uiver voor de Kerstvlucht 1934. De 50 ondertekende SCVT enveloppen waren aan boord van die Kerst Uivervlucht en niet aan boord van de London-Melbourne Uivervlucht.
Datzelfde geldt voor de vermelding in de Luchtpostcatalogus van Nederland en overzeese Rijksdelen, uitgegeven door de Nederlandse Verenging van Aero-Philatelisten De Vliegende Hollander. Ook daar staan de ondertekende SCVT enveloppen (met notariële akte) vermeld onder nr. B 98, zijnde de London Melbourne Race. Ze zouden vermeld moeten staan onder M 20 in die catalogus.
Dit doet overigens niets af aan de geweldige kwaliteit van de beide genoemde boekwerken. De informatie die in de beide boekwerken voorkomt is onmisbaar voor de luchtpostverzamelaar en is tot stand gekomen na lang en intensief onderzoek en door de medewerking van een ontelbaar aantal personen en instanties.
-0-0-0-