London - Melbourne airrace
Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de stad Melbourne, werd een lucht- of vliefrace georganiseerd, waaraan de beste vliegers van de wereld zou moeten deelnemen. r waren aan deze race aanzienlijke geldprijzen verbonden en dat was te danken aan de initiatiefnemen: Macpherson Robertson, kortweg MacRobertson. Deze MacRobertson was een in Australie geboren kind van Schotse ouders, die na veel omzwervingen en hard werken uiteindelijk millijonair werd. De geplande airrace was een prachtige reclame voor zijn bedrijf.
Besloten werd om de wedstrijd onder te verdelen in een zogenaamde handicap race en een snelheidsrace. In totaal zouden 20 vliegtuigen aan de start verschijnen. Voor Nederland waren dat de DC-2 PH-AJU de Uiver en de Pander PH-OST de Panderjager. De Uiver was de enige die officiele post vervoerde. De Panderjager was ingeschreven voor de snelheids race en de Uiver voor de beide categorien. De bemanning bestond uit K.D. Parmentier, J.J. Moll, B. Prins en C. van Brugge. Er waren ook drie passagiers aan boord, te weten Thea Rasche, een Duitse luchtvaartjournaliste en tevens pilote en de heren P.M.J. Gilissen en R.J. Domenie, beiden bankier. De race startte op 20-10-1934 op het vliegveld van Mildenhall bij Londen
De vlucht verliep in eerste instantie zeer voorspoedig en regelmatig. Na Port Darwin en Charlesville werd het erg slecht weer en kon niet totaal worden vertrouwd op de radiopeilingen. De Uiver was min of meer verdwaald en moest, doordat de brandstof op begon te raken, landen. Dat lukte op een gegeven moment bij de stad Albury. Men landde op een vrij drassige renbaan. De bemanning wilde de volgende morgen weer zo vroeg mogelijk vertrekken, want de naaste concurent, de Boeing 247-B van Roscoe Turner en Clyde Pangborn naderde snel. De Uiver bleek echter te zijn weggezakt op de plaats van de landing. Met hulp van nagenoeg de hele bevolking van Albury lukte het, de Uiver naar een plek te slepen, vanwaar redelijkerwijs opgestegen kon worden. Om een succesvol vertrek te verzekeren, werd op het laatste stuk van het traject de Uiver alleen nog gevlogen door Parmentier en Moll. De overige inzittende gingen per auto naar Melbourne. Ook de meegevoerde post werd op dit laatste stuk per auto vervoerd. Alles wat gemist kon worden werd uit het toestel gehaald, om maar zo min mogelijk gewicht te hebben. De Uiver steeg op en passeerde bijna een uur later de denkbeeldige eindstreep in Melbourne.
De Uiver won de 1e prijs in de handicap race en de 2e prijs in de snelheids race. Scott en Campbell Black, die met hun DH88-Comet ook recht hadden op de 1e prijs in de handicap race, kwamen met de Uiver bemanning overeen, dat de Uiver dan de officiele winnaar van de handicap race zou zijn, terwijl de DH88-Comet dan de snelheidsrace op zijn naam zou hebben. Dat was ook goed nieuws voor Turner en Pangborn (Boeing 247-B), want die schoven daardoor op naar de 2e plaats in de snelheids race. Elk toestel mocht maar op één eindlijst voorkomen.
De Post.
Voor deze vlucht werden door de KLM speciale enveloppen beschikbaar gesteld, waarin een retourenveloppe kon worden meegezonden. De originele enveloppe kon dan weer in de retourenveloppe naar de afzender worden geretourneerd. Er was vanzelfsprekend ook gewone post. De post, die vanuit Nederland mee zou worden vervoerd, werd op 19-10-1934 door de PH-AS de Snip naar Mildenhall vervoerd. Niet alle post was bestemd voor Melbourne of Sydney.
Er was ook post die Nederlands Indie als eindbestemming had. Alle post was vanuit Nederland voorzien van een ovaal stempel, speciaal voor deze vlucht vervaardigd. Op de halteplaatsen in het traject werd geen extra post ingenomen. Dit zou alleen maar leiden tot tijdverlies.
De enige uitzondering op deze regel was post, die in Nederlands Indie aan boord werd genomen, met als bestemming Australie. Die post was te herkennen aan een ruitvormig stempel waarop vermeld stond, dat het de snelvlucht van Engeland naar Australie betrof. Ook de post die in Nederlands Indie van boord ging, kreeg dat stempel als aankomststempel.
Als laatste waren er dan nog genummerde enveloppen van de Stichting Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose in Ned. Indie alsmede een kleinere variant daarvan, die vanuit Nederlands Indie naar Australie werd gezonden. De opbrengst van deze enveloppen, kwam ten goede aan de tuberculosebestrijding.
Alle post die bestemming Australie had en die bestemd was om te wordden teruggezonden aan de afzenders, werd per schip van de K.P.M. terug vervoerd naar Nederland.
De Uiver vervoerde op de terugvlucht post, die in Nederlands Indie aan boord werd genomen en waarvan een deel bestemd was om met de Kerstvlucht van de Snip naar West Indie te worden vervoerd.
Vanzelfsprekend werd de triompfvlucht van de Uiver op diverse niveaus uitbundig gevierd. Het was dan ook een prestatie van wereldformaat, waarover door de wereldpers werd geschreven. Er waren gelukstelegrammen van het Koninklijk Huis en live radiogesprekken met de toenmalige Miniser President Dr. Colijn. De Nederlandse consul, kolonel Wright deelde hen in Australie mede, dat het Hare Majesteit had behaagd om de bemanning te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Voor de thuiskomst van de Uiver was op Schiphol een grootse ontvangst voorbereid. Op het hieronder afgebeelde programmaboekje stond het hele feestprogramma vermeld.
N.B. Kijk eens naar de prijs van de stofzuiger, genaamd Uiver, waarvoor in het programmaboekje reclame wordt gemaakt. Volgens mij was fl. 44,90 in 1934 een behoorlijk kapitaal.
0-0-0-0